Crisisbeheersing Amstelveen

• De veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland (VrAA) bestaat uit 6 gemeenten: Amsterdam, Amstelveen, Aalsmeer, Uithoorn, Diemen en Ouder-Amstel
• Tijdens een crisis werken deze gemeenten samen bij crisistaken
• Partners van de VrAA zijn de Brandweer, Politie, GHOR en Openbaar Ministerie
• Medewerkers van de gemeenten die betrokken zijn bij het aanpakken van crises doen regelmatig crisisoefeningen en volgen trainingen
• Het bestuur van de VrAA stelt om de 4 jaar documenten vast die uitleggen wat te doen bij een crisis. Dit is verplicht volgens de wet. Deze documenten gaan over het voorkomen van een crisis, bestrijden van een crisis, nazorg en leren van een crisis

Voorkomen van een crisis 

Elke gemeente is wettelijk verplicht zich voor te bereiden op rampen en zware ongevallen die op hun grond kunnen gebeuren. In het regionaal beleidsplan Crisisbeheersing (CB) staat welke projecten ze de komende 4 jaar uitvoeren om de CB professioneler te maken. De gemeenten brengen samen met de partners van de VrAA de risico's in de regio in kaart, in een regionaal risicoprofiel. Hierin staan de stappen die ze moeten nemen bij een ramp. Ook beschrijven ze de crisisorganisatie in een crisisbeheersingsplan en nemen gemeenten maatregelen om de risico's te verminderen.

Bestrijden van een crisis

Hoe een ramp bestreden wordt, en welke hulpdiensten worden ingezet ligt aan wat er precies is gebeurd. Het doel is altijd om de normale situatie zo snel mogelijk te herstellen en de schade te beperken. Taken van de gemeenten tijdens een ramp zijn onder andere:

• Voorlichting geven aan de bevolking
• Personen naar een veilige plaats brengen (evacueren)
• Een opvanglocatie en verzorging aanbieden aan de slachtoffers
• Zorgen voor zo min mogelijk schade aan het milieu
• Zorgen voor een namenlijst van slachtoffers met een overzicht waar ze zijn in het rampgebied
• Informatie delen met familie of naasten over de situatie

Nazorg na een crisis

Na een ramp kunnen slachtoffers nog lang last hebben van wat er is gebeurd. De gemeente is verantwoordelijk voor de nazorg met als doel om de schadelijke gevolgen van de ramp zoveel mogelijk te beperken. Deze fase start nadat het acute gevaar is verdwenen. Als mensen hun huis tijdens een ramp zijn kwijtgeraakt, kan de gemeente bijvoorbeeld voor een vervangende woning zorgen. En ze bemiddelt in eventuele schadeclaims.

Leren van een crisis 

De gemeente leert van wat er gebeurd is. En neemt maatregelen om de kans op herhaling van zo’n ramp in de toekomst te verkleinen. Het doel is om zo de kwaliteit van de hulpverlening door gemeenten steeds te verbeteren.